Prem Radhakishun: ‘Ik wens anderen niet dood vanwege een meningsverschil’

Prem Radhakishun (58) is voormalig advocaat, radio- en programmamaker en staat bekend om zijn scherpe tong. Hij werd geboren in Suriname, maar vluchtte na de Decembermoorden naar Nederland, waar hij rechten studeerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. 

Radhakishun geeft sinds tien jaar geen interviews meer, maar voor de VU maakt hij een uitzondering. „Van Jeroen Pauw leerde ik: je geeft alleen interviews als je iets te verkopen hebt. Ik heb niets te verkopen, maar ik denk met liefde terug aan de VU.”

U studeerde Nederlands recht en internationaal recht. Wist u altijd al wat u wilde worden?

„Ik ben 58 en weet nog steeds niet wat ik wil. Mijn werkzame leven wisselt enorm. Ik maakte migrantentelevisie, rolde de advocatuur in, was columnist bij een krant en ben nu consultant en maak radio. Steeds als ik iets nieuws doe, denk ik dat ik het tot mijn dood zal doen. Mijn probleem is dat ik te nieuwsgierig ben.”

Waarom koos u dan voor rechten? 

„Het is de beste studie voor als je niet weet wat je wilt. Ik ging fluitend naar alle colleges. Wat me vooral intrigeerde, was de filosofische inslag. Niet alleen dom recht leren, maar realiseren dat de filosofie erachter niet in steen gebeiteld is. Recht is dynamisch naar de normen en waarden van dat moment en de maatschappij beslist wat de norm is.”

„Ik geloof niet in sprookjes, religie of hoe je het ook noemt.”

Eerder aan de telefoon vertelde u dat de VU veel voor u heeft betekend. 

„De VU heeft me in grote mate gemaakt tot de mens die ik ben. Vooral mijn opinie is daar gevormd. Een mores die ik leerde op de VU is dat je zelf de maatschappij bent. Neem nu het belastingstelsel. Ik ben iemand die glimlachend belasting betaalt. Zelf heb ik gestudeerd met een studiebeurs, vooraf daaraan heb ik een periode een bijstandsuitkering gehad en ik heb een tijdje als sociale advocaat gewerkt. Allemaal betaald van belastinggeld. Ik geloof niet in sprookjes, religie of hoe je het ook noemt. Maar de ideologie erachter: de gedachte van saamhorigheid, vind ik mooi.”

U maakte verschillende radio- en televisieprogramma’s. Hoe rolde u als advocaat de media in? 

„Het zit in mijn bloed. Mijn vader runde een familieradiostation in Suriname. Als kind mocht ik daar al plaatjes draaien. Op 8 december 1982, toen ik 21 jaar oud was, verbrandden de militairen het radiostation en vermoordden ze mensen die zich kritisch hadden uitgelaten over de regering. Daarom vluchtte ik naar Nederland. Al tijdens mijn studie was ik journalistiek actief bij Migranten Televisie Amsterdam. Op een gegeven moment kon ik de advocatuur niet meer combineren met al mijn mediawerk.”

„Iedereen heeft het recht om racist te zijn.”

U staat bekend als provocerend. Is dat iets wat u van uw vader leerde?

„Absoluut. De vrijheid van expressie is een van de belangrijkste dingen in het leven. Alle gedachten moeten vrij geuit kunnen worden, omdat we vanuit daar samen een richting kunnen kiezen. Ik ben blij met de PVV, omdat ik zo weet wie de racisten zijn. Iedereen heeft het recht om racist te zijn. Ik weet het liever want dan ken ik je vertrekpunt als we gaan praten.”

„De verborgen racisten in de PvdA en het CDA vind ik erger.”

„De verborgen racisten in de PvdA en het CDA vind ik erger. Zij doen alsof we gelijken zijn, maar hebben systematische uitsluiting en gebruiken termen als derde-generatie-allochtoon. Mijn kleinkinderen worden met die term gecategoriseerd als een apart soort Nederlander, terwijl ze honderd procent Nederlands zijn.”

Is alles toegestaan binnen het zoeken naar die waarheid?

„Natuurlijk. Waarom zou je grenzen hebben in wat je met elkaar bespreekt? Omdat iemand beledigd zou raken? Ik word de hele dag beledigd, maar niemand houdt rekening met mij. Wanneer iemand mij Surinamer noemt, beledig je me want ik heb de Nederlandse nationaliteit. Als iemand allochtoon tegen mij zegt, dan moet je me correct aanduiden met niet-westerse allochtoon. Alleen al wanneer ik naar het NOS-journaal kijk, word ik permanent beledigd. Waarom moet ik dan rekening houden met andere mensen? Ik houd me aan de wet, maar verder zeg ik alles.”

„Het is toch idioot dat Geert Wilders beveiligd moet worden alleen omdat hij een afwijkende mening heeft?”

„Debatteren is een zoektocht naar de waarheid. In het formuleren daarvan is niets fout. Het is toch idioot dat Geert Wilders beveiligd moet worden alleen omdat hij een afwijkende mening heeft? Ik vind zijn ideeën abject, maar het is achterlijk dat je iemand met een andere mening tot vijand maakt. Als ik met jou van mening verschil, wil ik je niet dood hebben.”

Bent u zelf te ver gegaan met uw uitspraak tijdens De Wereld Draait Door, waarin u Volkskrant-recensent Jean-Pierre Geelen beschuldigde van pedofilie, door te zeggen “Geelen is iemand waarvan ik vernomen heb dat hij het voornamelijk met kleine kindertjes doet. Ik heb er geen bewijs van, maar zo schrijft hij ook.”? 

„Ik heb niets gezegd dat in strijd is met de wet of het recht. Inhoudelijk sta ik er dan ook nog steeds achter. Het enige jammere is dat ik het zei in mijn hoedanigheid als tafelheer. Tegenover Matthijs had ik het niet moeten doen. Het was beter als ik het had gedaan als gast bij Pauw & Witteman.”

„Waar ik tien jaar geleden voor honderd feestjes werd uitgenodigd zijn dat er nu nog maar tien.”

Maakt het u uit wat mensen van u denken?

„Nee. Van een paar mensen die mij dierbaar zijn wel maar als mensen mij niet kennen, maakt het mij niet uit. Wat heb je voor leven als je daarnaar moet leven? Als het gaat om ideeën wil ik niet in een koker of keurslijf zitten maar vrijuit alle kanten op kunnen filosoferen. Het heeft wel een prijs. Waar ik tien jaar geleden voor honderd feestjes werd uitgenodigd zijn dat er nu nog maar tien.”

„Ik zou het liefst de spotprenten van Mohammed kolossaal op alle overheidsgebouwen zien.”

„Neem nou mijn WhatsApp-afbeelding: een spotprent van de profeet Mohammed. Mensen zeggen dat ik daarmee op moet passen. Waarom? Ik zou die prenten het liefst kolossaal op alle overheidsgebouwen zien. We moeten laten zien dat de vrijheid van expressie zo belangrijk is om tot vrije gedachte uiting te komen. Dat is democratie.”

Mist u het werk als advocaat weleens? 

„Het recht blijft boeien en ik houd de rechtspraak bij. Ik denk met liefde terug aan rechtszaken waarbij je met jurisprudentie een pleidooi kunt voeren en de rechter uiteindelijk met je meegaat. Dat is een intellectueel genot. Sommige dingen mis ik totaal niet. Als strafrechtadvocaat kom je alleen in contact met de lelijke kant van de samenleving. Ik was op een gegeven moment de liegende officieren, de incapabele politieagenten en rechters die zaken verhullen helemaal zat. Op het moment dat je geen respect meer hebt voor de rechter moet je opstappen. In alle jaren daarvoor heb ik mijn werk met volle overtuiging en geloof in de rechtsstaat gedaan. Misschien overweeg ik ooit eens een baan als rechtsdocent aan de VU. Dan zou het verhaal weer mooi rond zijn, niet?”

Fotografie: David Meulenbeld

4 jaren ago

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.