Het was gisteren de Europese dag tegen de Mensenhandel. Gisteren en vandaag publiceren we verhalen van mensen die slachtoffer werden van mensenhandel in Nederland. Vandaag het verhaal van Anna* (28), die in de handen van een loverboy viel en jarenlang seksueel uitgebuit werd.
Toen ik vijf maanden oud was, ben ik geadopteerd uit India en kwam ik terecht in christelijk gezin in Nederland. Ik had een vrij normale jeugd, tot mijn ouders op mijn twaalfde gingen scheiden. Mijn vader ging vreemd met iemand uit de kerk, verhuisde en de sfeer in huis veranderde. Tussen mijn eveneens geadopteerde broertje en mijn moeder was er continu sprake van geweld en ruzie. Nadat jeugdzorg daarachter kwam en mijn moeder tijdelijk opgepakt werd voor geweldpleging, stond ik er alleen voor. Ik was zeventien, viel daardoor net buiten jeugdzorg en moest het maar uitzoeken. Ik durfde niet meer naar mijn moeder en sliep overal en nergens.
Op een gegeven moment kreeg ik een nieuwe baan, waar ik een jongen leerde kennen. Het werd mijn eerste relatie. In het begin was het zoals normale relaties zijn. Hij zei dat hij 23 was, maar bleek later 28 te zijn. Hij had een appartement, deed overkomen alsof hij een vaste baan had en creëerde daarmee de illusie van stabiliteit – iets waar ik in mijn roerige bestaan naar verlangde. Ineens was er wel iemand die vroeg hoe mijn dag was en hij werd al snel mijn veilige haven.
Na ongeveer drie maanden wilde hij geld lenen. Ik vond dat vreemd; hij had toch een vaste baan? Hij vertelde dat hij schulden had bij vrienden en door hen bedreigd werd. Ik vond dat zielig en gaf hem geld. Het werd steeds meer. Hij zei dat je elkaar moest helpen als je een relatie hebt. Omdat hij mijn eerste vriendje was, wist ik niet zo goed wat normaal is en wat niet. Tegelijkertijd wilde hij ook continu weten waar ik was en kocht een Blackberry voor me zodat hij me steeds kon pingen. Ik moest de hele tijd verantwoording afleggen. Als ik niet snel genoeg antwoordde werd hij boos. Ik gaf hem steeds meer geld, tot mijn hele maandsalaris aan hem opging. Hij bleef zeggen dat het niet genoeg was, maar ik kón niet nog meer werken.
De stap naar seksuele uitbuiting ging niet geleidelijk. Hij vroeg op een avond of ik bij hem langs kwam, toen er drie vrienden van hem op bezoek waren. We waren eerst gewoon aan het chillen, maar ineens veranderde de sfeer. Ik weet nog heel goed dat ik naast hem op de bank zat en dat hij zei dat ik het enige meisje was, waar ze wel wat leuke dingen mee konden doen. Alle vier de jongens hebben me om beurten verkracht. Ze deden het terwijl de anderen toekeken; intens vernederend. Ik had op seksueel gebied geen ervaring, dus het was mijn eerste keer.
Ik ben christelijk opgevoed en dus werd me mijn hele jeugd ingeprent dat ik geen seks voor het huwelijk mocht hebben, en dat ik anders een slecht mens zou zijn. Die gedachte heeft me na de eerste verkrachting op de een of andere manier lamgeslagen. Ik voelde me zo’n slecht persoon. Het was het moment dat de hele situatie veranderde. Daarna hoefde hij mij maar te bedreigen, of ik stond voor hem klaar.
In het begin waren het vooral vrienden, en vond het misbruik plaats bij hem thuis. Later werden het ook mensen die ik niet kende. Ik vermoed dat hij ergens een advertentie heeft geplaatst. Hij haalde me op bij mijn werk, of hij liet me ophalen door mensen. Ik was 24 uur per dag aan het werk voor niets, want ik had ook mijn baan nog overdag. Dan had ik van 9 uur ’s ochtends tot 6 uur ’s avonds gewerkt, en moest ik alsnog mee om de avonden en nachten te ‘werken’ voor hem. Het misbruik vond plaats in appartementen of op matrassen in kelders en garageboxen. Ik zou de garageboxen nu nog kunnen aanwijzen. Twee jaar lang gebeurde het elke dag en het waren altijd meerdere mannen op één avond. Ik was wel aan de pil, maar de seks was altijd onveilig.
Er zaten mannen tussen die mijn vader hadden kunnen zijn. Sommigen zagen er gewoon betrouwbaar uit en dan hoopte ik tegen beter weten in dat hij het tóch niet zou doen. Maar die mannen komen daar maar voor één ding. Ik besefte dat wat ik ook deed niet uitmaakte. Als ik ging huilen, of me verzette dan kreeg ik klappen. Ik dacht: laat het maar gewoon gebeuren, dan gaat het voorbij. Ik schakelde mijn gevoel uit en wilde dat het zo snel mogelijk voorbij was. Ik probeerde ergens anders aan te denken: aan het werk dat ik overdag gedaan had, of ik zong een liedje in m’n hoofd – als ik mentaal maar ergens anders was. Toch went het nooit. Elke keer heb ik het als even erg ervaren.
Ik werd op meerdere vlakken zelfdestructief. Om het misbruik niet mee te maken, gebruikte ik drugs: voornamelijk wiet en GHB. Ook hongerde ik mezelf uit in de hoop dat ik op die manier minder aantrekkelijk zou zijn. Ik werd steeds dunner. Ik had natuurlijk daarvoor al niet zo’n makkelijke situatie achter de rug dus het was makkelijk daaraan te wijten. Hij sloeg me niet in mijn gezicht, alleen op plekken die mensen het niet hoefden te zien. ’s Nachts sliep ik afwisselend bij het gastgezin, in schuurtjes, garageboxen of op straat. Niemand wist ervan. Ik kon het goed verbergen en zag niemand buiten werk om.
Voor mijn pooier deed ik het nooit goed. Ik verdiende nooit genoeg geld en de klanten waren volgens hem nooit tevreden. Hij speelde psychologische spelletjes en had daardoor volledige controle over mij. Hij dreigde mijn moeder op te bellen of aan anderen te vertellen wat ik had gedaan. En waar hij mij het meeste mee kon bedreigen was met het leven van een jong kind. Via de kerk kende ik namelijk een jong gezin. Zij hadden een zolderverdieping over en daar mocht ik af en toe slapen. Mijn pooier wist dat en dreigde dat kindje wat aan te doen.
Daarbij vertelde hij me dagelijks dat ik moest beseffen dat ik zijn bezit was. Dat hij de enige was die wat over mij had te zeggen. Het is moeilijk uit te leggen, maar op dat moment moest ik naar hem luisteren. Ik leek wel gehersenspoeld. Ondanks alles wilde ik het hem naar zijn zin maken, zodat hij maar niet boos zou worden. Je gaat toch niets bereiken zonder mij. Dat werd een soort waarheid. Ik dacht: misschien is dat wel zo. Ik zag geen alternatief. De essentie van eigendom zijn werd realiteit toen hij met een mes onder mijn borst, op mijn rib zijn naam kerfde. Toen ik thuiskwam bij het gastgezin waar ik woonde zat mijn shirt onder het bloed. Ik kon het niet langer verbergen.
Met de hulp van een instantie ben ik na twee lange jaren de situatie ontvlucht. Ik verhuisde naar een andere stad en kwam terecht in een studentenhuis. Ik gooide mijn telefoon weg, sloot mijn e-mailaccount en maakte me van hem los. Dat klinkt makkelijker dan het ging, want ik heb in die tijd daarna meerdere zelfmoordpogingen gedaan. Dan stond ik aan het spoor of op een brug, maar zette toch niet door. Ik wist ook niet zo goed hoe ik dat nou eigenlijk moest doen. Nadat ik op een avond een berg pillen had genomen en de volgende ochtend toch wakker werd, kreeg ik een inzicht. Het was het moment dat ik dacht: óf ik ga er nu wat van maken, óf ik ga zorgen dat ik niet meer leef. Ik koos voor het eerste.
Alhoewel ik mijn leven aardig op de rit heb en binnenkort mijn HBO-studie afrond, sta ik er nog steeds elke dag mee op. Ik denk elke dag weer: ik ga er alles uithalen, want voor hetzelfde geld lag ik nu ergens in de goot. De ene dag gaat het beter dan de andere en het zal wel nooit weggaan. Als ik ’s ochtends in de spiegel kijk, zie ik dat litteken. Dat blijft confronterend. Ook is de relatie met mijn lichaam veranderd. Ik heb nog lang problemen met eten gehad. Ik kan me nog steeds uit het niets zo vies voelen, dat ik meteen onder de douche moet. Nog lange tijd heb ik onder controle van de HIV-poli gestaan en heb preventief pillen moeten slikken. Gelukkig heb ik geen HIV aan het misbruik overgehouden. Mijn relatie tot seks is natuurlijk ook anders. Ik heb sindsdien wel een vriendje gehad en met hem had ik seks, maar ik verstijfde helemaal als we bezig waren. ik denk dat ik altijd die negatieve associatie met seks blijf houden. Ik zal nooit zal weten hoe mooi seks kan zijn. Het pure is ervan af.
Als ik weer in de stad ben waar het misbruik plaatsvond, herken ik soms mensen als klant. Het zijn gewoon mannen in pak, mensen die bij een bank zouden kunnen werken. Dat is heel confronterend. Ik vergeet nooit gezichten. Ik zag er toen heel anders uit, maar toch vraag ik me af of ze mij herkennen. Ik heb mijn pooier nog één keer zien lopen op het station en toen was ik echt overstuur. Een aangifte is tot twee keer toe misgelopen, dus ik wil niet alles nog een keer opdiepen in een proces. Het zou me niks verbazen als hij nu hetzelfde bij een ander meisje doet.
Het is moeilijk uit te leggen hoe het psychische proces achter uitbuiting werkt. De psychologische spelletjes waarmee iemand je in zijn macht houdt, zijn zo’n mindfuck. Je bent altijd de zwakste schakel. Het geen keuze hebben, het gebrek aan regie over je eigen leven – dát is voor mensen niet te begrijpen. Het vernietigt je zelfbeeld en waardigheid compleet. Je kunt het je proberen voor te stellen, maar daar houdt het mee op.
*Anna’s naam is om gefingeerd om haar privacy te beschermen.
Illustratie door Krister Lima.