VICE – Elk jaar worden in Nederland duizenden mensen slachtoffer van mensenhandel

Stel je voor dat je 24 uur per dag, 7 dagen per week opgesloten zit in een kamer zonder ramen. Dat je geen idee hebt wanneer het dag of nacht is, en je in een continue angst verkeert omdat je niet weet wat er met je zal gebeuren. En dat de enige verbinding tot de rest van de wereld, de deur, alleen opengaat als je mag douchen, mag eten of als je misbruikt wordt – meerdere keren per dag. Het is moeilijk je dit volledige gebrek aan regie over je eigen leven voor te stellen. Toch is dit precies wat een 18-jarige Oegandese jongen in Nederland overkwam.

De jongen werd slachtoffer van mensenhandel. Vandaag op de Europese Dag tegen Mensenhandel, werden nieuwe cijfers naar buiten gebracht over de grootte van dit probleem in Nederland. VICE vroeg deskundigen over hun ervaringen en kijk op de zaak, en sprak met slachtoffers.

In de jaarverslagen van CoMensha, het landelijke coördinatiecentrum Mensenhandel, is te lezen dat in 2014 in totaal 1561 meldingen van mensenhandel werden gemaakt. Het jaar erop, 2015, waren het 1321 meldingen. Vandaag werd bekend gemaakt dat er in 2016 een stuk minder meldingen zijn gedaan, namelijk 1049. Het aantal (mogelijke) slachtoffers dat werd gemeld is dus ten opzichte van 2014 met een derde gedaald. Dat lijkt een goed teken, maar volgens directrice CoMensha, Ina Hut, is het dat helemaal niet.

Een van de instanties die zich bezighoudt met mensenhandel is de Koninklijke Marechaussee. Als politiekorps met militaire status onderzoeken zij criminele organisaties achter mensenhandel en mensensmokkel. Volgens Hut ligt een van de oorzaken achter het gedaalde aantal meldingen bij hen.

De Marechaussee richt zich de laatste jaren vooral op mensensmokkel en terreurbestrijding. Hierdoor blijft er minder mankracht over voor de aanpak van mensenhandel. Daarnaast is er door reorganisaties bij de nationale politie belangrijke expertise weglekt.

De Global Slavery Index (GSI) heeft een schatting gemaakt van het werkelijke aantal slachtoffers van mensenhandel in Nederland. Dat bedraagt per jaar 17.500. Wereldwijd wordt het aantal op 40,3 miljoen geschat. Volgens een andere schatting, gemaakt door De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen en the United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) bedraagt het jaarlijkse aantal slachtoffers van mensenhandel in Nederland zo’n 6250. Die schattingen lopen dus nogal uiteen, maar in beide gevallen bedraagt het aantal meldingen in Nederland dus slechts een klein percentage van het daadwerkelijk aantal slachtoffers; een groot gedeelte is onzichtbaar.

“Vaak weten mensen niet precies wat uitbuiting is,” vertelt Hut. “Bij prostitutie is dit vaak duidelijker. Waar het bijvoorbeeld vaak onduidelijk blijft is in een werkgebied als de horeca. Laatst kwamen we een Chinese man op het spoor, die naar onze inschatting bijna zes jaar is uitgebuit in een restaurant in een grote stad in Nederland. Je vraagt je af hoe dat kan, maar als je iemand in een restaurant ziet werken dan zie je diegene maar voor een korte tijdsperiode. Je weet niet dat hij twaalf uur achter elkaar werkt, of dat hij niet wordt betaald.”

De mate van uitbuiting varieert van geval tot geval. Het grootste gedeelte van de meldingen vindt plaats in de seksuele dienstverlening, gevolgd de reguliere arbeid en gedwongen criminaliteit. De term mensenhandel schept weleens een verkeerd beeld. Het uitgangspunt is de mens die fungeert als handelswaar, een voorwerp om geld aan te verdienen. Wanneer iemand onder een vorm van dwang voor een habbekrats groente plukt, valt dit daar ook onder. Daarnaast wordt het fenomeen vaak verward met mensensmokkel. Maar slachtoffers van mensenhandel komen lang niet altijd van over de grens.

Warner ten Kate is als Officier van Justitie belast met de strijd tegen mensenhandel. Volgens hem is onwetendheid een van de oorzaken van het probleem. “Vaak is zowel bij de bevolking als bij slachtoffers niet precies duidelijk wat mensenhandel precies is. Soms is het verschil tussen slecht werkgeverschap en uitbuiting niet altijd even helder. Als iemand in zijn of haar land van herkomst bijvoorbeeld honderd euro per week verdiende, en hier drie keer zoveel, dan lijkt dat misschien een vooruitgang, maar volgens Nederlandse maatstaven wordt die persoon nog steeds uitgebuit.”

Ook aan de seksuele dienstverlening zijn de nodige mythes verbonden. Het stereotype beeld van prostitutie is de legale raamprostitutie, maar ook daar vindt uitbuiting plaats. Daarnaast gebeurt het niet alleen op gereguleerde plekken, zoals op de Wallen in Amsterdam, maar veelal onder de radar. De slachtoffers die we spraken werden uitgebuit in appartementen, kelders en garageboxen in de randstad. Ook het beeld dat alleen buitenlandse meisjes slachtoffer worden van een pooier klopt niet – 33 procent van de gemelde slachtoffers bij CoMensha heeft de Nederlandse nationaliteit.

Wat overeenkomt in de vele verhalen van met name buitenlandse slachtoffers is dat zij niet op de hoogte waren van hun rechten. En dat is ook het wrange. Slachtoffers zijn zich er vaak niet eens van bewust dat ze worden uitgebuit, en zijn voornamelijk bang als illegaal in de problemen te komen wanneer ze wel uit de uitbuitingssituatie stappen.

Volgens Ten Kate hebben slachtoffers vaak ook geen vrijheid als ze in een uitbuitingssituatie verkeren. “Vaak wordt gedacht dat mensen een keuze hebben. ‘Als je niet meer wilt werken in de prostitutie, dan stap je er toch uit?’ of ‘Als je het niet naar je zin hebt in een fabriek, dan ga je toch ergens anders werken?’ Maar die optie hebben slachtoffers vaak helemaal niet. Vaak is hun paspoort afgepakt, wordt er gedreigd met geweld tegen het slachtoffer of tegen zijn of haar familie. In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij Afrikaanse vrouwen, wordt er gedreigd met praktijken als voodoo als bangmakerij.”

Vaak zijn buitenlandse slachtoffers ook bang om teruggestuurd te worden naar hun land van herkomst en zien ze dat uit schaamte of angst niet zitten. Ook zien slachtoffers van uitbuiting zichzelf soms niet als slachtoffer. Hut illustreert dit met een voorbeeld waarin sprake was van arbeidsuitbuiting op een aardbeienkwekerij. De slachtoffers werden ‘gered’, maar toen de politie een week later terugkwam waren ze gewoon weer aan het werk. Ze verdienden namelijk beter dan thuis.

Wanneer een buitenlands slachtoffer zonder verblijfsstatus aangifte doet, wordt deze aangifte beschouwd als aanvraag voor een verblijfsvergunning. De verblijfsvergunning geldt voor de duur van het opsporingsonderzoek en de eventuele strafrechtelijke vervolging. Het slachtoffer wordt dan in eerste instantie opgevangen in een opvangtehuis, waarna per geval door de Immigratie- en Naturalisatiedienst wordt bekeken of het slachtoffer alsnog mag blijven. Wanneer iemand bijvoorbeeld gevaar loopt in zijn of haar land van herkomst, kan het zijn dat diegene mag blijven. Veel slachtoffers van mensenhandel moeten echter na het verlopen van hun verblijfsvergunning terug naar hun eigen land. Maar werkt deze regeling het melden niet tegen?

Ik vraag Ten Kate of hij begrijpt dat sommigen de uitbuitingssituatie verkiezen boven het alternatief naar huis gestuurd te worden. “Dat verschilt per geval en daar kan ik geen algemene uitspraak over doen. Maar die mensen kunnen niet allemaal zomaar in Nederland blijven; dat zijn politieke keuzes. Vooropgesteld moeten wij als overheid in elk geval de menselijkle waardigheid van iedereen in Nederland garanderen. En een veroordeling leidt niet per definitie tot een verblijfsrecht. Maar wanneer mensen echt iets te vrezen hebben in het land van herkomst is de IND ruimhartig.”

Volgens het Rapport van de Nationaal Rapporteur over 2011-2015 is de duur van de gevangenisstraffen die rechters opleggen voor mensenhandel afgenomen. Daarnaast worden veel van de zaken geseponeerd wegens een gebrek aan bewijs, mede door onderbezetting bij het Openbaar Ministerie.

Ten Kate zegt hierover: “Het is een punt van zorg. De huidige expertise bij de opsporingsdiensten is onvoldoende, ze moeten zich meer gaan specialiseren. Daarbij moeten we veel meer inzetten op grensoverschrijdende zaken. Die leveren vaak een hogere gevangenisstraf op vanwege het feit dat er georganiseerde criminaliteit mee gepaard gaat.”

Bij zowel het OM als de politie lijkt er dus nog genoeg ruimte voor verbetering. Maar er is ook bewustwording nodig om dit probleem aan te pakken. Hut vertelt dat er een belangrijke rol voor consumenten is weggelegd. “De vraag naar goedkope producten bepaalt dat de werkgever weinig betaalt. Als jij in de supermarkt een bakje champignons voor de absurd lage prijs van 50 eurocent koopt, dan moet er een belletje gaan rinkelen, dat er ergens in het proces iemand uitgebuit is. Dat geldt voor alles.”

Illustratie door Krister Lima. 

4 jaren ago

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.