Geert Jan Blanken (63) werd ten tijde van zijn studie pedagogiek aan de Vrije Universiteit gegrepen door het werk van de Deense filosoof Kierkegaard. Het liet hem niet meer los.
Hoe heeft Kierkegaard uw leven veranderd?
„Ik kwam een boek over Kierkegaard tegen in een christelijke boekhandel. Aanvankelijk had ik koudwatervrees. Ik dacht: als ik daar eenmaal aan begin dan weet ik niet waar het ophoudt. Ik wilde niet te dicht bij het ravijn komen. Ik groeide op in een gezin dat onderdeel was van een baptistengemeente en het heeft bij mij lang geduurd voordat ik aan religieuze zaken durfde te twijfelen.”
„Het vergt dan moed en levenservaring om te ontdekken dat als je durft na te denken, je niet door een bliksemschicht getroffen wordt of acuut gek wordt. Uiteindelijk ontdekte ik: als er al een waarheid is, dan is er een waarheid. Dan moet je er ook mee kunnen stoeien, dan hoef je het niet krampachtig vast te houden.”
Het kritisch nadenken over God voelde per definitie als iets zondigs?
„Zeker. Dat komt door een geïnternaliseerd patroon dat aangeeft dat je uit moet kijken dat je niet aan de andere kant van de streep terechtkomt. Je wilt immers niet Gods kwaadheid uitlokken, of in de hel terechtkomen. Die mechaniek raak je moeilijk kwijt.”
„Maar het is net als met menselijke relaties. Als je in een relatie het gevoel hebt dat je niet kunt aansnijden hoe het gaat omdat het anders misgaat, loopt het gegarandeerd spaak. Het kan een gigantische opluchting zijn om je twijfel uit te spreken, en dat kan de redding van een relatie zijn. Dat is bij het geloof net zo. Als je de vraag niet mag stellen ben je langzaam iets aan het vermoorden.”
„Ik denk dat ik juist langzaam ben gaan geloven.”
Bent u uw geloof kwijtgeraakt?
„Ik denk dat ik juist langzaam ben gaan geloven. Dat het geloof in mijn jeugd niet zoveel met geloof te maken had. Vroeger hoorde ik mezelf weleens iets over God zeggen en terwijl ik het zei, dacht ik: meen ik dit nou? Nu zeg ik minder, maar bij wat ik zeg daarvan denk ik wel: het past bij mij.”
„Wat mij aantrekt in Kierkegaard is zijn opvatting van het geloof. De essentie daarvan is dat je je juist niet vastklampt aan dogma’s. Dat je volledig geniet van alles wat God gegeven heeft: eten, drinken, natuur en seksualiteit. Richt je daarop, heb de ander en het leven lief, maar verabsoluteer niets.”
Waarom is Kierkegaard volgens u nog steeds relevant?
„Juist om het feit dat hij op het grensvlak van psychologie, filosofie en religie opereert. Dat hoort allemaal bij ons mens-zijn. Er is behoefte aan zijn manier van naar het leven kijken, die verdergaat dan onze kwantitatieve wetenschap. Toch wordt hij in sommige overzichten van de filosofie bewust weggelaten. Hij zou geen echte filosoof zijn omdat hij een religieus uitgangspunt hanteert.”
Wat vindt u van die kritiek?
„Ik denk dat mensen die dat zeggen de zelfstandigheid van het denken overschatten. Wie is er nou zonder uitgangspunt? Dan ga je er dus vanuit dat het denken een zelfstandig objectief begin kan hebben. Dat is volgens mij niet zo. De subjectiviteit van de waarheid is aanwijsbaar bij filosofen.”
„Ik snap wel dat je al te geloofsverdedigende dingen geen filosofie noemt, zoals wanneer iemand wil bewijzen dat de opstanding van Christus heeft plaatsgevonden. De manier waarop Kierkegaard in het leven staat is voluit filosofisch en tegelijkertijd religieus. Kierkegaard relativeert het denken. Denken is een prachtig iets, maar je moet het betrekkelijk zien. Je kunt namelijk verloren raken in het denken: over ideeën of over jezelf.”
„Het helpt mij om te geloven dat ook als ik ophoud met denken, ik niet ophoud met bestaan.”
Wat doet u op de momenten dat u zelf verloren raakt in uw denken?
„Ik probeer dan toch een knop om te zetten naar het hier en nu. Soms gaat het om een filosofische ontsporing, maar vaker ben ik aan het piekeren. Met piekeren probeer je iets onder controle te krijgen. Dat is kul. Je kunt eindeloos nadenken over Covid, maar uiteindelijk is het een kwestie van voorzichtig doen. Het helpt mij om te geloven dat ook als ik ophoud met denken, ik niet ophoud met bestaan.”
„Je kunt wel zeggen: ga lekker langs de zee lopen, dan raakt je hoofd zo lekker leeg. Ik wandelde in mijn jeugd dag in dag uit langs de zee. Maar je kunt lopen wat je wilt, als die denkmachine aanstaat dan loopt ‘ie door. Zelfs de zee wordt een aanleiding om over te piekeren. Voor je het weet mis je alle mooie dingen onderweg.”
Welke misverstanden bestaan er rondom Kierkegaard?
„Vooral dat het een somber iemand was. Het was juist eerder een mysticus die zei dat je van het leven mag genieten. De grondtoon van je leven mag vreugde zijn. Dat is geen oppervlakkige vreugde, die gelukzalige onmiddellijkheid, maar juist een diepe vreugde die te maken heeft met acceptatie en omarmen van de complexiteit en de tegenstrijdigheden van het leven.”
„Neem nu existentiële angst. Iedereen heeft het. Of je nu bang bent voor de dood, voor het leven of voor het idee van het eeuwige. Angst maakt je wakker voor wat jij écht belangrijk vindt en is een leermeester. Het tegenovergestelde van angst is liefde en vertrouwen. Dat kun je pas ten volle ervaren als je eerst durft toe te geven aan die angst. Je moet er doorheen. En wat is er nou positiever dan dat je het negatieve weet te omarmen?”